Trump loopt langzaam vast
In principe bestaan er macro-economisch gezien twee manieren om een economie te stimuleren:
- Het overheidstekort opvoeren door de belastingen te verlagen en/of de overheidsuitgaven te vergroten;
- De rente verlagen en de geldhoeveelheid harder laten toenemen.
In feite bestaat er nog een andere manier, maar die is eigenlijk meer micro-economisch van aard: zorgen dat de productiviteit sneller toeneemt en er meer goederen en diensten geproduceerd worden met een hogere toegevoegde waarde.
Laten we beginnen met de overheidsfinanciën. De One Big Beautiful Bill die net is aangenomen heeft macro-economisch gezien verschillende kanten:
- Op het eerste gezicht wordt het overheidstekort vergroot, maar dit wordt grotendeels gecompenseerd door de extra inkomsten uit de importtarieven. Die kunnen gezien worden als een extra belasting. Hierdoor blijft het overheidstekort voorlopig hangen rond de 6,5% van BBP, per saldo daarom geen stimulering of afremming;
- Het is evenwel te simpel om alleen maar naar de omvang van het tekort te kijken. Zeer belangrijk is de ‘multiplier’ bij de uitgaven: hoeveel groei van de economie levert elke dollar op die de overheid uitgeeft? Een dollar die aan R&D wordt uitgegeven levert veel meer groei op dan een dollar die aan rente over de schuld of aan defensie wordt uitgegeven;
- Andersom kunnen belastingen ook verschillende effecten hebben. Belastingen kunnen dermate ver verhoogd worden, dat het geen zin meer heeft om te investeren en/of hard te werken. Belastingverlagingen kunnen dit juist weer stimuleren, hier rekent Trump erg op;
- Belangrijk is ook hoe de lasten en de uitgaven verdeeld worden. Men kan dit als zeer rechtvaardig of juist onrechtvaardig ervaren;
- Tenslotte moet ook genoemd worden de mate van regulering van allerlei zaken, die kunnen zo ver gaan dat ze de economische groei sterk afremmen. Trump denkt dat dit zeker in de VS het geval is en probeert dan ook te dereguleren.
Hetgeen bij de One Big Beautiful Bill vooral opvalt, is dat:
- De overheidsuitgaven zich snel verplaatsen naar zaken met een lagere multiplier;
- Er van uitgegaan wordt dat de belastingverlagingen een hogere groei en daarmee ook grote voordelen voor de lagere inkomensgroepen zullen opleveren. Iets dat in het verleden al vele malen is uitgeprobeerd, maar vrijwel nooit tot het gewenste resultaat heeft geleid;
- De belastingverlagingen vrijwel meteen in gaan, maar veel van de bezuinigingen worden uitgesteld tot na de volgende congresverkiezingen in november 2026;
- Het overheidstekort op ca. 6,5% van BBP blijft hangen en de overheidsschuld hierdoor snel oploopt. Dit houdt de rentes relatief hoog, waardoor de post rente dusdanig snel toeneemt dat het steeds meer de uitgaven die noodzakelijk zijn voor groei in de toekomst, gaat verdringen ( infrastructuur, scholing, research, etc );
- Er micro-economisch niveau eerder maatregelen getroffen worden die de groei afremmen, dan stimuleren.
Het eindresultaat van dit alles is dat vanuit de overheidsfinanciën bezien de economie nu eerst eventjes gestimuleerd wordt, maar al vrij snel afgeremd gaat worden. De bijna volledige stop op de immigratie betekent dat de economie zonder een veel hogere toename van de productiviteit ook niet veel harder dan ca.1,5% kan groeien. Anders ontstaat er snel een tekort aan arbeidskrachten.
Het ziet er evenwel naar uit dat Trump ‘met zijn kop door de muur wil’. Hij oefent namelijk maximale druk op de Fed uit om de rente te verlagen om de rentelasten te drukken en ook de economie harder te doen groeien. De economie heeft daar echter beperkte ruimte voor zodat het – samen met de hogere importtarieven – tot hogere inflatie zal leiden.
Het probleem wordt dan dat de Fed weliswaar de kortetermijnrente omlaag kan drukken, maar als dit meer angst voor inflatie oplevert zullen de langere termijnrentes juist gaan stijgen. Hierdoor worden de aandelenkoersen en de koers van de dollar geraakt en lopen de creditspreads op.
Hoe snel dit zal gebeuren valt moeilijk te voorspellen, wij verwachten ergens in de komende maanden. De ‘canary in the coalmine’ is in ieder geval het verloop van de goud- en zilverprijs, zodra deze naar boven uitbreken (boven respectievelijk USD 3.500 en USD 37,50), geeft dit aan dat de VS langzaam maar zeker richting uit de hand lopende overheidsfinanciën en hogere inflatie gaan.